direct naar inhoud van 3.3 Randvoorwaarden en uitgangspunten voortkomend uit beleid
Plan: Recreatieve Zone De Heihorsten
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02010023-OW01

3.3 Randvoorwaarden en uitgangspunten voortkomend uit beleid

Wanneer naar de verschillende beleidsuitgangspunten wordt gekeken resulteert dit in een set randvoorwaarden en uitgangspunten voor de planvorming.

Voor recreatieve poorten heeft de provincie de volgende randvoorwaarden gesteld (Recreatieve Poorten De Peel, Werkgroep recreatieve poorten Noord-Brabant Eindhoven, 15 juli 2005) :

  • is herkenbaar als toegang tot een bos- of natuurgebied;
  • draagt bij aan de ontlasting van de recreatieve druk op de meer kwetsbare delen van het (aangrenzende) bos- of natuurgebied (zoneringsprincipe)
  • is goed bereikbaar en heeft ruime parkeermogelijkheden;
  • is het startpunt voor diverse routestructuren (fietsen, wandelen, skaten, ATB, paardrijden, etc);
  • heeft een horecavoorziening;
  • biedt informatie over het gebied en de te ondernemen activiteiten.
  • een recreatieve poort kan gezien worden als het beginpunt van natuurbeleving. Een recreatieve poort dient dan ook bij te dragen aan de volgende aspecten:
  • men dient zich bewust te worden van de kwetsbaarheid van de natuur;
  • ongewenste mobiliteit in de natuur wordt ontmoedigd;
  • milieuvriendelijk alternatief vervoer wordt gestimuleerd.

Vanuit de Verordening Ruimte zijn ook randvoorwaarden en uitgangspunten vastgesteld.

  • Groenblauwe mantel als hoofdbestemming;
  • Andere niet aan natuurontwikkeling gerelateerde nieuwe functies koppelen aan VAB-beleid
  • Vier VAB's in het plangebied;
  • Maximaal 4x1,5 hectare herbestemmen;
  • Een bestaand bedrijf met uitbreidingsmogelijkheden ('t Weekend);
  • Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit in het plangebied;'
  • Bezoekersaantallen/overnachtingen moeten onder de 100.000 blijven, bij meer bezoekers/overnachtingen dient ontheffing te worden aangevraagd.

Vanuit de Gebiedsvisie zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd :

  • Nieuw te ontwikkelen activiteiten dienen naar aard en omvang te passen in het projectlocatiegebied recreatie;
  • Nieuwe activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan een verdere versterking van de aanwezige omgevingskwaliteiten;
  • Ontwikkeling van het beekdal van de Kleine Aa (behoud aardkundige waarden, stimuleren kavelgrensbeplantingen, herstellen poelen, moerasjes en broekbosjes, open houden van het beekdal door het tegengaan va bebouwing);
  • Ontwikkeling van het beekdal van de Peelrijt (waterconservering, verbeteren van de waterkwaliteit en aanleggen van landschappelijke beplantingen);
  • Ontwikkeling van het lint langs de Provincialeweg.