Plan: | Moorsel 1 Lierop |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02012006-VS01 |
Het beleid van de provincie Noord-Brabant gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit.
Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dit onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren).
Het plangebied bestaat uit een humuspodzolgrond welke is opgebouwd uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Betreffende gronden maken onderdeel uit van de historische zandontginningen. Na ontginning van betreffende gronden heeft ter plaatse slechts een agrarisch grondgebruik plaats gevonden. In het kader van een optimaal agrarisch grondgebruik zijn betreffende gronden in het verleden deels vergraven en van watergangen voorzien.
Door MILON bv te Schijndel is in opdracht van eerdere eigenaren in maart tot mei 2011 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (11 mei 2011, projectnummer 20111336). De volgende conclusies en aanbevelingen komen hieruit voort:
Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie. Een noemenswaardige verontreiniging wordt niet aangetroffen. Wat betreft de milieuhygiënische bodemkwaliteit bestaat er ons inziens geen belemmering voor het huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Opgemerkt wordt dat er geen bodemonderzoek heeft plaatsgevonden bij de gesaneerde en afgevulde ondergrondse huisbrandolie tank, aangezien de ligging ten tijde van het onderzoek onbekend was. Vervolgonderzoek naar de licht verhoogde concentraties wordt niet zinvol geacht. Aanbevolen wordt aanvullend bodemonderzoek te verrichten ter plaatse van de ondergrondse tank. |
Door MILON bv te Schijndel is in opdracht van initiatiefnemer een aanvullend historisch onderzoek uitgevoerd voor de locatie Moorsel 1 (9 juni 2011, projectnummer 20111537). Het aanvullend historisch onderzoek dient als aanvulling te worden beschouwd op het verkennend bodemonderzoek.
Ter plaatse van het plangebied is in het verleden huisbrandolie opgeslagen in een ondergrondse tank van 5.000 liter. Deze tank is in 1992 gesaneerd, op de juiste wijze uitgevoerd. Zie hiervoor bijgevoegd saneringscertificaat uit 1992. Tijdens veldwerkzaamheden in 2011 zijn in de boven- en ondergrond geen bijzonderheden waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging. De conclusie van dit aanvullend historisch onderzoek luidt als volgt:
Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie. Een noemenswaardige verontreiniging wordt niet aangetroffen. Wat betreft de milieuhygiënische bodemkwaliteit bestaat er ons inziens geen belemmering voor het huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Opgemerkt wordt dat er geen bodemonderzoek heeft plaatsgevonden bij de gesaneerde en afgevulde ondergrondse huisbrandolie tank, aangezien de ligging ten tijde van het onderzoek onbekend was. |
Derhalve wordt geconcludeerd dat ter plaatse geen bodemverontreiniging aanwezig is. In het kader van onderhavig bestemmingsplan is geen verkennend bodemonderzoek noodzakelijk. In onderhavig geval is geen sprake van realisatie of uitbreiding van bebouwing. Slechts bestaande bebouwing wordt benut. Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van het totale perceel wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.