direct naar inhoud van Artikel 3 Bos
Plan: Bestemmingsplan Golfbaan De Swinkelsche
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02009003-OW01

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden in de vorm van gemengd bos;
  • b. extensief recreatief medegebruik ter plaatse van de paden;

en voorts

  • c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

en tenslotte

  • d. archeologische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden';
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwwerken geen gebouw zijnde mogen uitsluitend in de vorm van terreinafscheidingen worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Verboden gebruik

Het is verboden de grond te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder met de bestemming strijdig gebruik van de grond wordt in elk geval begrepen, het gebruik als:

  • a. standplaats voor meer dan een kampeermiddel, alsmede het gebruik van het gedeelte van het bouwperceel als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte dan wel geheel of gedeeltelijk of gebruikte onderdelen samengestelde machines en voer- of vaartuigen c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover het betreft parkeren in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. opslagplaats van bouw- en/of aannemersmaterialen.
3.4 Aanlegvergunning
3.4.1 Verboden uitvoering van andere werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden dieper dan 30 cm;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van paden, banen en andere oppervlakte verhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • f. het scheuren van grasland;
  • g. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
3.4.2 Weigeringsgrond

De andere werken als bedoeld in 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover het natuur- en landschapsbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad en ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden' het bevoegd gezag op basis van archeologisch onderzoek heeft vastgesteld dat ter plaatse van deze aanduiding geen archeologische waarden aanwezig zijn die moeten worden beschermd dan wel het bevoegd gezag een besluit heeft genomen over het veiligstellen van de aangetroffen archeologische waarden en uit de aanvraag blijkt dat met dit besluit aantoonbaar rekening is gehouden.

3.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 3.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. eerste aanleg van nieuw bos voor zover dit bos niet is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarde';
  • b. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.