direct naar inhoud van 2.4 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Landgoed Heihorsten
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02010008-OW01

2.4 Provinciaal en regionaal beleid

2.4.1 Interimstructuurvisie

Op 27 juni 2008 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Interimstructuurvisie en de bijbehorende paraplunota vastgesteld. Deze vervangt het Streekplan Noord-Brabant 2002. Het provinciaal beleid is vastgelegd in deze structuurvisie en in een aantal andere beleidsdocumenten. Voor een aantal thema's geeft het Reconstructieplan een nadere uitwerking. Deze zijn reeds doorvertaald naar het provinciale, gemeentelijke en waterschapsbeleid. Uit de Interimstructuurvisie en bijbehorende paraplunota is het volgende relevant:

Beleid nieuwe landgoederen

Landgoed de Heihorsten kan worden gesticht in het kader van de regeling nieuwe landgoederen van de provincie Noord Brabant. Deze regeling geeft particulieren de mogelijkheid nieuwe landgoederen aan te leggen in combinatie met de bouw van enkele woningen. Daarbij gelden voor landgoederen groter dan 15 hectare de volgende voorwaarden:

  • Ten minste 7,5 ha van het oppervlakte moet nieuwe natuur zijn;
  • Voor elke 2.5 ha nieuwe natuur mag een wooneenheid op het landgoed worden gebouwd;
  • Er mag maximaal een wooneenheid per 5 hectare landgoed worden gebouwd;
  • Iedere wooneenheid mag maximaal 1500m3 bedragen;
  • Er mogen maximaal 8 wooneenheden per landgoed · worden gebouwd;
  • De wooneenheden moeten per 3 tot 4 woningen gegroepeerd worden in één aaneengesloten, compact bouwvlak;
  • Minimaal 90% van het landgoed dient openbaar · toegankelijk te zijn door middel van paden en wegen;
  • Er mogen alleen kleinschalige recreatieve · voorzieningen in het landgoed worden opgenomen.

Op basis van het oppervlakte van 43.8 ha mogen er op landgoed De Heihorsten 8 woningen worden gebouwd. Dat betekent dat er minimaal 20 hectare nieuwe natuur moet worden gecreëerd. Met 31.3 ha nieuwe natuur wordt daar in dit plan ruimschoots aan voldaan.

GHS Natuur

Het plangebied (globaal gelegen binnen het rode vierkant Figuur 2.1 ligt binnen verschillende functies van de GHS-natuur, waaronder grotendeels in 'leefgebied kwetsbare soorten', het gebied dat vergelijkbaar is met het beheersgebied binnen de EHS. De aanwezige bospercelen vallen onder 'overig bos- en natuurgebied', en het zuidelijk deel van het plangebied valt onder 'RNLE eenheid'. Daarnaast fungeert de integraal opgenomen Kleine Aa als 'ecologische verbindingszone' binnen het projectgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP02010008-OW01_0003.png"

Figuur 2.1 Overzicht van de GHS

Conclusie

De voorgenomen ontwikkelingen voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in het beleid Nieuwe landgoederen en dragen daarnaast bij aan het versterken van de natuurwaarden. Onderhavig plangebied voldoet daarom aan de Interimstructuurvisie en bijbehorende paraplunota.

2.4.2 Verordening Ruimte

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant een verordening opgesteld met algemene en specifieke eisen ten aanzien van ruimtelijke besluiten van gemeenten. De Verordening Ruimte 1e fase is in middels vastgesteld en inwerking getreden, de Verordening ruimte 2e fase ligt momenteel als ontwerp ter visie.

Voor zover relevant zijn de volgende onderdelen van de Verordening ruimte van toepassing:

    • 1. Herbegrenzingsprocedure van de EHS (1e fase)
    • 2. De zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit (2e fase)

Ad 1. Herbegrenzingsprocedure van de EHS

Binnen het plangebied zal een deel van de EHS worden gecompenseerd in verband met de realisatie van de golfbaan "De Swinkelsche" en zal nieuwe natuur worden gerealiseerd in het kader van de landgoedregeling. Hiervoor zal een herbegrenzingsprocedure worden aangevraagd.

Ten behoeve van de herbegrenzingsprocedure is een EHS saldobenadering uitgewerkt en is met initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is een boetebeding bepaald op grond waarvan de initiatiefnemer een bedrag verbeurt aan de gemeente bij niet, niet tijdige of onvolledige nakoming van de natuurcompensatie verplichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP02010008-OW01_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP02010008-OW01_0005.png"

Figuur 2.2 verordening Ruimte

Ad 2. De zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit (2e fase)

Op grond van de Verordening ruimte heeft de gemeente een zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit in het landelijke gebied.

Het landgoed De Heihorsten is gelegen in het projectlocatiegebied recreatie en toerisme de Heihorsten, zoals opgenomen in het Reconstructieplan De Peel. De ontwikkeling van het Landgoed vindt plaats dankzij de provinciale landgoedregeling. De ontwikkeling van de visvijvers vinden echter plaats in verband met de verrijking van de toeristische en recreatieve mogelijkheden binnen de Heihorsten. De visvijvers staan hiermee los van de landgoed ontwikkeling, maar worden wel in hetzelfde bestemmingsplan meegenomen. In de anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer is overeengekomen dat 60% van de natuur gerealiseerd dient te worden alvorens met de bouw van de woningen kan worden begonnen. Tevens is een onderhoud en beheerplan als vereiste opgenomen.

Het oprichten van bebouwing in het buitengebied is niet zomaar mogelijk en wenselijk. Echter de ontwikkeling van de visvijvers wordt door het college en de raad van de gemeente Someren nagestreefd. Voor het uitbaten van de visvijvers is een clubgebouw nodig voor de ontvangst van de vissers en een bedrijfswoning nodig voor het beheer, onderhoud en toezicht op het terrein. Bij het kiezen van de locatie van de bedrijfswoning is aansluiting gezocht bij de bestaande bebouwing. De Heikantstraat is opgenomen in de gemeentelijke BIO nota als 'bebouwingslint' (zie paragraaf 2.5.2), waarmee de locatie van de bedrijfswoning gepast is. Daarnaast is voor de woningen een beeldkwaliteitsplan opgesteld en voor het overige deel van het landgoed een landschappelijk inrichtingsplan.

Indien deze bebouwing tevens wordt afgetrokken van de totale te slopen bebouwing van het agrarisch bedrijf zal er in totaal circa 3000m2 aan bedrijfsbebouwing aan het buitengebied van Someren worden onttrokken door de ontwikkeling van de visvijvers en de golfbaan. Voor wat betreft het landgoed zijn in het kader van de landgoedregeling reeds voldoende compensatiemaatregelen genomen om de 8 woningen toe te staan.

Conclusie

De voorgenomen ontwikkelingen voldoen aan het provinciale ruimtelijke beleid.

2.4.3 Provinciale milieuverordening

Volgens de Provinciale Milieu Verordening Noord-Brabant ligt de locatie niet in een beschermingszone ten behoeve van drinkwaterwinning en valt het ook niet binnen een boringsvrije zone.

2.4.4 Provinciale waterhuishouding

Een aantal percelen langs de Kleine Aa vallen volgens de Verordening Waterhuishouding Noord-Brabant in een beschermd gebied. Het overige deel van het plangebied, waaronder het gedeelte waar de bouwblokken komen, valt niet in een attentiegebied of beschermd gebied.

2.4.5 Buitengebied in ontwikkeling

De nota "Buitengebied in ontwikkeling" schetst de ruimtelijke kaders voor zowel stoppende agrariërs als voor agrariërs die zoeken naar een nevenfunctie, maar ook voor particulieren die over een voormalige agrarische bedrijfslocatie beschikken. Met het in juli 2004 vaststellen van de beleidsnota 'Buitengebied in ontwikkeling' geven Gedeputeerde Staten de Brabantse gemeenten de mogelijkheid een ruimer ontwikkelingskader toe te passen voor bepaalde bebouwingsconcentraties in het buitengebied.

De provincie vindt het belangrijk dat het platteland en het overgangsgebied tussen het buitengebied en de bebouwde kom aantrekkelijk blijft. De landbouw, maar ook de natuur en recreatie hebben daarin een belangrijke plaats. Bij het zoeken naar nieuwe mogelijkheden in de bebouwingsconcentraties is vooral gezocht naar een balans tussen functie en omgeving. Het behouden en waar mogelijk verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit staat hierbij voorop.

Het beleid van de provincie is bedoeld om het buitengebied economisch en maatschappelijk vitaal te maken en te houden. Dit moet gepaard gaan met een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Het geplande landgoed correspondeert met dit beleid.

2.4.6 Beleid Waterschap

Het beleid van het waterschap is opgenomen in de waterparagraaf.