direct naar inhoud van 4.3 Geurhinder
Plan: Bestemmingsplan Landgoed Heihorsten
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02010008-OW01

4.3 Geurhinder

Voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan is in het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) een Goede Ruimtelijke Onderbouwing benodigd. In het kader van de planologische procedure is het van belang om inzicht te verkrijgen in de geurbelastingen van veehouderijen in de omgeving op het plangebied.

In dit rapport wordt voor de individuele geurcirkels exact nagegaan wat de invloed van deze relevante veehouderijen op het plangebied is. Dit wordt uitgevoerd volgens de methode van de zogenaamde omgekeerde werking.

4.3.1 Normstelling

De Wet geurhinder en veehouderij bevat (afstands)normen (uitgedrukt in odour units respectievelijk meters) die in acht moeten worden genomen. Van deze normen kan worden afgeweken in de gemeentelijke geurverordening.

De gemeente Someren heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door het vaststellen van een gemeentelijke geurverordening. In deze verordening heeft de gemeente een individuele norm van 1,0 OUe/m³ voor geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom vastgesteld. Voor het buitengebied is de gemeente niet afgeweken van de wettelijke norm van 14 OUe/m³ op geurgevoelige objecten voor het buitengebied.

Voor een aantal deelgebieden van de gemeente Someren gelden afwijkende geurnormen. Artikel 2 (geurverordening gemeente Someren) stelt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in de gemeente Someren vast op:

  • I. Bebouwde kom 1,0 OUe/m³
  • II. Waterdael III 5,0 OUe/m³
  • III. Brim 6,0 OUe/m³
  • IV. Lierop - Zuid 3,0 OUe/m³
  • V. Buitengebied 14,0 OUe/m³

Aangezien heyt plangebied in het buitengebied is gelegen kan gerekend worden met een maximale geurbelasting van 14,0 OUe/m³.

In figuur 4.1 worden de individuele geurcontouren weergegeven ten opzichte van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP02010008-OW01_0016.png"

Figuur 4.1 geurcontouren

4.3.2 Conclusie

Uit dit onderzoek is gebleken dat de geurcontouren van een aantal veehouderijen overlappen met het plangebied. Dit betekent voor het plangebied dat binnen de geurcontouren geen geurgevoelige objecten kunnen worden ontwikkeld. Bij een eventuele aanpassing van het ontwerp dient rekening gehouden te worden met de geurcontouren. Indien dit het geval is, is er geen belemmering voor de planontwikkeling.

Op dit moment blijft de achtergrondbelasting onder de gemeentelijke geurnorm en is een goed tot zeer goed woon- en leefklimaat in het plangebied gegarandeerd.