direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie
Plan: Bestemmingsplan Landgoed Heihorsten
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02010008-VO01

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. visvijvers;
  • c. ter plaatse van het bouwvlak een bedrijfswoning;
  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige doeleinden, vijvers, waterberging en waterlopen;

met bijbehorende

  • 1. sanitaire voorzieningen;
  • 2. clubgebouw
  • 3. paden;
  • 4. tuinen en erven;
  • 5. bouwwerken geen gebouw zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een dienstwoning gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m;
  • d. de inhoud van een dienstwoning inclusief aan- en bijgebouwen bedraagt maximaal 750 m3.
4.2.3 Bijgebouwen
  • a. bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw (of het verlengde daarvan) bedraagt ten minste 3 meter;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • e. de oppervlakte aan aan-, uit-, en bijgebouwen bedraagt maximaal 75 m2.
4.2.4 Clubgebouw

Voor het bouwen van een clubgebouw met sanitaire voorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. het clubgebouw dient te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 meter;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 7 meter;
  • d. de oppervlakte bedraagt maximaal 250 m2.
4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • b. het oppervlakte bedraagt maximaal 15 m2.
4.3 Specifieke gebruiksregels

het is verboden de grond te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder met de bestemming strijdig gebruik van de grond wordt in elk geval begrepen, het gebruik als:

  • a. standplaats voor meer dan een kampeermiddel, alsmede het gebruik van het gedeelte van het bouwperceel als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte dan wel geheel of gedeeltelijk of gebruikte onderdelen samengestelde machines en voer- of vaartuigen c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover het betreft parkeren in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. opslagplaats van bouw- en/of aannemersmaterialen.
4.4 Aanlegvergunning
4.4.1 Verboden uitvoering van andere werken

Ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarde' is het verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden, wanneer dit een hoogte cq. diepte van meer dan 30 cm betreft;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • f. het scheuren van grasland;
  • g. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
  • h. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik.
4.4.2 Weigeringsgronden

De andere werken als bedoeld in 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

  • aangetoond is dat de werkzaamheden onder archeologische begeleiding plaatsvinden;
4.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 4.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.