Plan: | Twee woningen Zandstraat te Someren |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02011006-OW01 |
Inleiding
Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten alsmede het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen, activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, door de zelfredzaamheid te bevorderen en door de calamiteitenbestrijding te optimaliseren.
Wettelijk kader
Ten aanzien van bedrijven is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI; oktober 2004) van toepassing. Ten aanzien van transport is de Circulaire Vervoer Gevaarlijke stoffen van toepassing (augustus 2004; gewijzigd en verlengd augustus 2008). Naar verwachting zal in 2013 het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in werking treden. In het Btev wordt getoetst aan veiligheidsafstanden en geldt een een verantwoordingsplicht bij ruimtelijke besluiten. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van kracht geworden. Hierin zijn de externe veiligheidsaspecten van buisleidingen geregeld.
Visie Externe Veiligheid
De raad van de gemeente Someren heeft de Beleidsvisie Externe Veiligheid vastgesteld. Het is een kaderstellend beleidsstuk. Dit betekent dat locale ruimtelijke besluiten en milieubeheervergunningen vanuit de visie kunnen worden gemotiveerd.
Toets aan wettelijk kader en Visie Externe Veiligheid
In de gemeente Someren kunnen de volgende risicobronnen worden onderscheiden:
- risicovolle bedrijven,
- wegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt,
- buisleidingen,
- overige risicobronnen.
Risicovolle bedrijven
Het bestemmingsplangebied grenst aan de zuidzijde aan het bedrijfsterrein van de Cooperatieve Tuinbouwvereniging Isidorus BA. Binnen deze inrichting worden gevaarlijke stoffen opgeslagen. De inrichting valt niet onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Toetsing aan de grens- of richtwaarden of orienterende waarden is dus niet aan de orde. Het bestemmingsplan hoeft niet ter advisering aan de Veiligheidsregio te worden voorgelegd.
De Cooperatieve Tuinbouwvereniging Isidorus BA is, vanwege de opslag van meer dan 2500 kg bestrijdingsmiddelen, opgenomen op de risicokaart onder nummer 2055.
Conform de vigerende vergunning van 12 mei 2003 dient wel afstand van ten minste 20 meter te worden aangehouden tussen de begrenzing van de opslaglocatie van bestrijdingsmiddelen en (verminderd) kwetsbare bestemmingen. De in het bestemmingsplan geprojecteerde bouwblokken hebben een afstand van meer dan 20 meter tot de genoemde begrenzing.
Transport van gevaarlijke stoffen
Het bestemmingsplangebied is gelegen buiten de invloedsgebieden van hoofdtransportassen waarover vervoer van gevaarlijk stoffen plaatsvindt (N266, A67). De risico's van het transport van gevaarlijke stoffen over lokale wegen zijn vanwege de hoeveelheid en aard zo laag dat nadere beschouwing hiervan niet nodig is.
Buisleidingen en overige risicobronnen
In of in de directe omgeving van het bestemmingsplan zijn geen buisleidingen gelegen of geprojecteerd en overige risicobronnen aanwezig.
Conclusie
Het bestemmingsplan kent geen beperkingen ten gevolge van bedrijfsmatige activiteiten met gevaarlijke stoffen, vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg of via buisleidingen of overige risicobronnen. Het plan hoeft niet ter advisering aan de Veiligheidsregio te worden voorgelegd. Verantwoording van het groepsrisico is niet aan de orde.
Voor een toelichting wordt verwezen naar betreffende bijlage.