direct naar inhoud van Artikel 4 Bos
Plan: Moorsel 1 Lierop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02012006-VS01

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor bosbouwkundige doeleinden ten behoeve van het behoud van duurzaam bos ter plaatse en behoud van de groeiplaats.

Voor de gronden met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bos- multifunctioneel bos’ (sbo-mfb) gelden daarnaast de volgende doeleinden:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurwaarden in het algemeen;
  • b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van abiotische en landschapswaarden;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de onder a en b genoemde doeleinden in het algemeen en in het bijzonder ter plaatse van de aanduiding ‘hydrologisch waardevol’;
  • d. extensief recreatief medegebruik.

4.2 Bouwregels

Op de tot 'Bos' bestemde gronden mag niet worden gebouwd

4.3 Afwijken van bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 voor het toestaan van wildrasters, terreinafscheidingen en andere daarmee vergelijkbare kleine bouwwerken, geen gebouw zijnde. De maximale hoogte is 3 meter.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, allen dieper dan 0,5 meter, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen;
  • c. het graven, dempen dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • d. het verwijderen van landschapselementen;
  • e. het verwijderen van onverharde wegen of paden.

4.4.2 Uitzondering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.1 is niet vereist voor:

  • a. werken of werkzaamheden die vallen onder het normale onderhoud en beheer van de gronden overeenkomstig de bestemming dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn dan wel op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan nog mogen worden uitgevoerd op basis van een eerder verleende vergunning.

4.4.3 Toelaatbaarheid

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden die in de bestemmingsomschrijving zijn genoemd.