Moorsel 1 Lierop

5.2.1 Hoeve met woon- en horecafunctie

Centraal in het gebied is de hoeve “Moorsel 1” gelegen. De hoeve behoudt zijn woonfunctie en zal worden gebruikt als bedrijfswoning. De woning wordt verplaatst naar het stalgedeelte. In het huidige woongedeelte wordt een horecafunctie (pleisterplaats met horeca) gevestigd als ondergeschikte functie bij de woonfunctie. Dit zal een oppervlakte hebben van circa 80 m² en een bijbehorend terras van circa 100 m². De woonfunctie zal een oppervlakte hebben van circa 270 m². Een pleisterplaats is van oudsher een plaats (vroeger ook wel hut genaamd), op enige afstand van de kernen, waar mensen kunnen rusten, eten en drinken na een wandeling of tijdens een doorreis. Initiatiefnemer wil graag gasten te eten en te drinken aanbieden die op of rond Moorsel aan het recreëren zijn. Voor de hoeve wordt een terras aangelegd waar iets gedronken kan worden en een kleine maaltijd kan worden genuttigd. Bij slechter weer kunnen gasten binnen zitten om iets te eten, te drinken, te schuilen en op te warmen.

In deze opzet zal de hoeve tevens dienst doen als receptie voor de groepsaccommodaties en als (beperkte) recreatieve groene poort voor de wandelaars en de fietsers. Met de groene poort worden Moorsel en de omringende natuur op de kaart gezet als startpunt voor wandelaars en fietsers. Een samenwerking met Staatsbosbeheer en de gemeente wordt daarbij beoogd. Op de centrale brink (middenweide), aan de ingang van Moorsel komt een informatiepunt met informatie over Moorsel, de wandel- en fietsmogelijkheden en de achtergelegen natuur. Binnen het gehucht 'Moorsel' zijn meerdere initiatieven voor extensieve verblijfsrecreatieve voorzieningen in voorbereiding. Initiatiefnemers van de verschillende projecten zoeken elkaar thans reeds op voor samenwerking en versterking. Hierbij kan worden gedacht aan het aanbrengen van gezamenlijke kenmerken in de inrichting van de erven, het gezamenlijk optrekken in het vormgeven van de informatievoorziening en het gezamenlijk naar buiten treden.

5.2.2 Erffaciliteiten

Aan de achterzijde, op het achtererf, staan voormalige veestallen. Deze worden omgevormd tot 2 groepsaccommodaties voor groepen van maximaal 15 en 25 personen. De groepsaccommodaties worden daarbij verbouwd en zodanig aangepast dat de landschappelijke inpassing verbetert, refererend aan een historisch boerenerf. Dit in de vorm van onder andere het potdekselen van de gevels. Op het erf (tussen de landschapscamping en de groepsaccommodaties) komt een kleine dierenweide waarbij de bestaande fruitboomgaard wordt hersteld en uitgebreid. De familie Pastor is thans werkzaam in de zorg. De groepsaccommodaties worden speciaal ingericht voor families/ groepen waarvan een of meerdere personen een beperking hebben en enige zorg behoeven. De familie Pastor kan deze zorg desgewenst bieden. Voor groepen met een (of meerdere) personen met een zorgindicatie kan desgewenst ook een maaltijd verstrekt worden. Juist voor deze groepen is het fijn om dichtbij een maaltijd te kunnen gebruiken. Een groepsaccommodatie heeft een gelegenheid voor overdekt buiten koken en buiten eten. De parkeerplaats wordt uitgevoerd met een semiverharding (grastegels). De parkeerplaats wordt afgeschermd door een meidoornhaag van circa 100 cm. hoog. De parkeerplaats is bereikbaar via de Moorsel.

5.2.3 Landschapscamping

Initiatiefnemer is voornemens om een landschapscamping met maximaal 20 campingplaatsen te realiseren. Deze camping zal landschappelijk worden ingepast met inlandse eiken verspreid over het terrein en een haag met bomen die de landschapscamping van de overige recreatieve voorzieningen scheidt. De campingplaatsen zijn veel groter dan gebruikelijk (ca. 140 m² groot). Op het erf wordt ten behoeve van de kampeerplaatsen een ondersteunende centrale voorziening (toilet en wasgebouw) gerealiseerd. Dit zal een oppervlakte hebben van circa 80 m². Navolgende figuur betreft een impressie van de beoogde landschapscamping.

Figuur 32: Impressie beoogde landschapscamping

5.2.4 Erfbeplanting en centrale brink

Op het erf en de middenweide (centrale brink) wordt het landschap versterkt. Het weiland wordt ontwikkeld als bloemrijk grasland. Voor de natuurlijke vegetatie van de centrale brink kan deze worden ingericht als schapenweide. Verspreid op het erf worden de bestaande bomen en struwelen gehandhaafd. Tevens worden ter versterking van het erf extra bomen en boomgroepen aangeplant. Het gehele terrein zal landschappelijk worden aangekleed met een passende beplanting in de vorm van struweel, haagbeplanting en solitaire bomen (laanbomen, hoogstamfruitbomen). De verschillende functies binnen het terrein worden van elkaar gescheiden door hagen en bomenrijen. Navolgende figuur betreft een impressie een te realiseren hoogstamfruitbomen in de centrale brink.

Figuur 33: Impressie beoogde hoogstamfruitbomen