direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Brimweg 10 Someren
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02012012-OW01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen; waarbij niet meer dan één woning aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;
  • b. aan huis verbonden beroepen;
  • c. terras, tuinen, erven en terreinen;
  • d. (on)verharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen en groene erfinrichting;
  • g. nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Algemeen
  • a. Op of in de in 3.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving aangegeven doeleinden;
  • b. het gebruik van het perceel conform de bestemming is alleen toegestaan als de noodzakelijk hemelwaterberging wordt aangelegd en instandgehouden.

3.2.2 Hoofdbebouwing
  • a. de woning heeft een inhoud van maximaal 750 m3. De inhoud van een kelder wordt niet meegeteld;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte' op de verbeelding een woning met een inhoud van maximaal 900 m3toegestaan. De inhoud van een kelder wordt niet meegeteld;
  • c. de woning wordt op de op de verbeelding aangeduide gevellijn gebouwd;
  • d. de maximaal toegestane goothoogte is 4,5 m1;
  • e. de maximaal toegestane bouwhoogte is 9 m1;
  • f. dakhelling tussen de 45 en 60 graden;
  • g. de woning heeft een gelijkbenig zadeldak;
  • h. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 8 m1
  • i. de woning mag niet worden gebouwd binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw uitgesloten' op de verbeelding.

3.2.3 Vrijstaande bijgebouwen
  • a. De gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen per woning is maximaal 100 m²;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte' op de verbeelding een oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen van 150 m2 per woning toegestaan;
  • c. de maximaal toegestane goothoogte is 3 m1;
  • d. de maximaal toegestane bouwhoogte is 4,5 m1;
  • e. dakhelling tussen de 15 en 60 graden;
  • f. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
  • g. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m¹;
  • h. bijgebouwen dienen op een afstand van:
    • 1. ten minste 1 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
    • 2. maximaal 15 meter tot de woning te worden gebouwd;
  • i. aangebouwde bijgebouwen mogen niet worden gebouwd binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw uitgesloten' op de verbeelding.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Per woning mag één carport worden gebouwd met de volgende maatvoering:
    • 1. oppervlakte niet meer dan 20 m²;
    • 2. bouwhoogte niet meer dan 3 m1;
    • 3. afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m¹;
    • 4. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m1;
  • b. de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erfafscheidingen is 3 m1;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1 m1 zijn en voor het overige maximaal 2 m1;
  • d. vlaggenmast met een maximale hoogte van 5 m1
  • e. kunstwerken met een maximale hoogte van 3 m1.

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 Afwijken van ten behoeve van inhoud van de woning

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder a., ten behoeve van het toestaan van een uitbreiding van de maximaal toegestane inhoud (750 m³) van een woning tot maximaal 850 m³. Hierbij gelden ten minste de volgende voorwaarden:

  • a. per 50 m³ uitbreiding dient telkens minimaal 500 m² aan legaal opgerichte of krachtens overgangsrecht toegelaten bebouwing op het perceel zelf of elders in het buitengebied van Someren te worden gesloopt;
  • b. de locatie waar bebouwing wordt gesloopt slechts één keer kan worden ingezet voor de toepassing van deze regeling;
  • c. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  • d. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de sloop van overtollige bebouwing is verzekerd;
  • f. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.

3.3.2 Afwijken ten behoeve van oppervlakte bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.3 onder a., ten behoeve van het toestaan van een uitbreiding van de maximaal toegestane oppervlakte (100 m²) aan bijgebouwen tot maximaal 200 m². Hierbij gelden ten minste de volgende voorwaarden:

  • a. per 25 m² uitbreiding dient telkens minimaal 100 m² aan legaal opgerichte of krachtens overgangsrecht toegelaten bebouwing op het perceel zelf of elders in het buitengebied van Someren te worden gesloopt;
  • b. de locatie waar bebouwing wordt gesloopt slechts één keer kan worden ingezet voor de toepassing van deze regeling;
  • c. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  • d. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de sloop van overtollige bebouwing is verzekerd;
  • f. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.

3.3.3 Afwijken ten behoeve van afstand tot de perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 ten behoeve van de bouw van bouwwerken op een kortere afstand dan 5 m1 tot de bestemmingsgrens. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  • b. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bouwwerken in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. er is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • d. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruiken van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruiken van gronden en gebouwen voor bedrijfsactiviteiten, uitgezonderd:
    • 1. aan huis verbonden beroepen;
  • c. het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag en/of de uitoefening van nevenfuncties;
  • d. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens voor erotische dienstverlening.

3.4.2 Aan huis verbonden beroep

De uitoefening van aan huis verbonden beroepen is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. de omvang van de beroepsactiviteiten mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing bij een woning tot een maximum van 150 m²;
  • b. de beroepsactiviteit wordt uitgeoefend door een van de bewoners;
  • c. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep mag zowel in het hoofdgebouw als in een bijgebouw worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • e. detailhandel is niet toegestaan;
  • f. reclameaanduidingen dienen beperkt te blijven tot een bescheiden naamsaanduiding.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.5.1 Afwijken ten behoeven van Bed and breakfast

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning verlenen afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.1, ten behoeve van het toestaan van bed and breakfast in de bestaande bebouwing. Hierbij gelden ten minste de volgende randvoorwaarden:

  • a. de capaciteit is maximaal 10 (eenpersoons) bedden;
  • b. parkeren vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
  • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.

3.5.2 Afwijken ten behoeve van theehuis/uitspanning (routegebonden horeca)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.1, ten behoeve van het als ondergeschikte functie vanuit de bestaande bebouwing verstrekken van dranken en/of spijzen voor gebruik ter plaatse. Hierbij gelden ten minste de volgende randvoorwaarden:

  • a. de activiteit mag uitsluitend plaatsvinden binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de oppervlakte van het theehuis/uitspanning bedraagt maximaal 200 m2 inclusief terras;
  • c. parkeren vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
  • d. de afstand tot de weg is ten minste 20 m¹;
  • e. de afstand tot woningen van derden is ten minste 50 m¹;
  • f. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.

3.5.3 Afwijken ten behoeve van verhuur fietsen/rijtuigen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.1 ten behoeve van het als ondergeschikte functie verhuren van fietsen, rijtuigen en dergelijke vanuit de bestaande bebouwing. Hierbij gelden ten minste de volgende randvoorwaarden:

  • a. parkeren vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.

3.5.4 Afwijken ten behoeve van Wonen plus

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van 3.1 en 3.4.1 ten behoeve van de vestiging van een kleinschalig bedrijf in de milieucategorieën 1 of 2. Hierbij moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bedrijfsactiviteit moet plaatsvinden binnen de maximaal toegestane oppervlakte bebouwing:
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. parkeren, laden en lossen vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
  • d. reclameaanduidingen dienen beperkt te blijven tot een bescheiden naamsaanduiding;
  • e. buitenopslag is niet toegestaan;
  • f. er is geen sprake van planologische en/of milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en omvang van het wijzigingsplan door middel van noodzakelijk (milieu)onderzoek is aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is;
  • g. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 8.1.