Plan: | Recreatieve Zone De Heihorsten |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02010023-OW01 |
In het Natuurbeleidsplan zijn het vergroten van de oppervlakte aan natuurgebieden, het opheffen van versnippering en isolatie van natuurgebieden en het voorkomen van aantasting van potenties voor natuurontwikkeling als belangrijke beleidslijnen opgenomen. Het natuurbeleid spitst zich toe op het tot stand brengen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Daartoe zijn natuurkerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones aangegeven. Dit beleid is verder uitgewerkt door de provincie.
Op 23 april 2004 heeft het kabinet de Nota Ruimte vastgesteld. Het ruimtelijk rijksbeleid is zoveel mogelijk ondergebracht in deze ene strategische nota op hoofdlijnen. De Nota Ruimte is gebaseerd op het Tweede Structuurschema Groene Ruimte en de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening. Over het landelijk gebied schrijft de nota: "in de meer landelijke gebieden vraagt een aantal ontwikkelingen om een passend, deels ruimtelijk antwoord. Het aantal agrarische bedrijven neemt af en de leefbaarheid en vitaliteit van verschillende gebieden gaat achteruit. Daarom creƫert het kabinet ruimte voor een vitaal platteland. Het gaat er daarbij om de middelen en de inzet enerzijds te richten op een vernieuwd sociaal-economisch draagvlak met behoud van sociaal-culturele identiteit en anderzijds om bij te dragen aan kwaliteitsborging van de groene ruimte." Het kabinet kiest voor een dynamische, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid. Het accent verschuift van 'het stellen van beperkingen' naar 'het stimuleren van ontwikkelingen'. Hierdoor komt er ruimte voor dynamiek.
Met het verschijnen van het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) blijft ook het NMP3 onverkort van kracht. Het NMP4 is geen alles omvattend milieubeleidsplan, maar kijkt dertig jaar vooruit naar wereldwijde dimensies van het milieuvraagstuk. In het NMP4 is een overzicht gegeven van maatregelen om "een gezond en veilig leven in een aantrekkelijke omgeving temidden van vitale natuur te realiseren in 2030". Het NMP4 benoemt zeven grote milieuproblemen: verlies biodiversiteit, klimaatverandering, overexploitatie natuurlijke hulpbronnen, bedreigingen van de gezondheid, bedreigingen van de externe veiligheid, aantasting van de leefomgeving en onbeheersbare risico's.
De Flora- en Faunawet bundelt de bepalingen over soortenbescherming die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen. Ook is in deze wet opnieuw vastgesteld welke planten- en diersoorten in Nederland beschermd zijn. Belangrijkste consequentie van deze nieuwe wet is dat ontheffing moet worden aangevraagd voor uitvoeringswerkzaamheden in de meest brede zin van het woord, als een soort of leefgebied van een beschermde soort door deze werkzaamheden kan worden aangetast. Dat geldt voor alle beschermde soorten, waaronder een groot aantal vrij algemeen voorkomende soorten.
De Strabrechtse Heide en het Beuven zijn in het kader van de Natuurbeschermingswet aangewezen als Natura 2000-gebied. Dit betekent onder andere dat wanneer plannen of ingrepen in de omgeving van een dergelijk Natura 2000-gebied een significatie negatief effect (kunnen) hebben op de kenmerken van dat natuurgebied, die plannen of ingrepen vergunningplichtig zijn.
Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe aanpak van het water noodzakelijk. In 2001 sloten daarom Rijk, Interprovinciaal Overleg, Unie van Waterschappen en VNG de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. De resultaten van deze samenwerking zijn neergelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In het NBW is vastgelegd op welke wijze, met welke middelen en langs welk tijdpad de overheden gezamenlijk de grote wateropgave voor Nederland in de 21e eeuw willen aanpakken.
De ontwikkelingen in het plangebied passen binnen het gestelde beleidskader. Er wordt met zorg omgegaan met de in het gebied aanwezige waarden, waaronder ecologische waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden. Ten opzichte van de huidige situatie zal worden ingezet op een verbetering en/of een versterking van de aanwezige waarden.