Plan: | Moorsel 1 Lierop |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02012006-VS01 |
In 1992 is het Verdrag van Valletta door de landen van de Europese Unie waaronder Nederland ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ bewaard moeten blijven. Dat wil zeggen, dat er naar gestreefd moet worden om de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij realisatie van bouwplannen, dan moeten de waarden worden opgegraven en ex situ worden bewaard. In navolgende figuur is een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart weergegeven.
Figuur 30: Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart 2010
Ter plaatse van het plangebied is een hoge tot middelhoge indicatieve archeologische verwachtingswaarde aanwezig.
De gemeente Someren heeft de archeologische verwachtingswaarde binnen de gemeente Someren laten onderzoeken en de Nota Archeologiebeleid gemeente Someren vastgesteld. In deze beleidsnota heeft de locatie aan Moorsel 1 een hoge archeologische verwachtingswaarde. Aangezien er op de locatie geen nieuwe bouwwerken worden opgericht en daarmee de bodem ook niet verstoord wordt zijn archeologische waarden dan ook niet in het geding. Ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan is dan ook geen archeologisch onderzoek uitgevoerd, tevens is aan de uitvoering ervan geen onderzoeksplicht gekoppeld. Tevens zal het plangebied worden bestemd met de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' waarmee de archeologische waarden worden beschermd. Wanneer sprake is van een bodemverstoring van meer dan 40 cm. diep over een oppervlakte van 250 m² geldt een onderzoeksplicht.
Op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie zijn de cultuurhistorische (landschaps)waarden van bovenlokaal belang aangegeven. Het plangebied is op de kaart aangeduid als een locatie met belangrijke cultuurhistorische waarden. Deze waarden worden met onderhavig plan versterkt en behouden.
De ontstaansgeschiedenis heeft in het landschap een lint van aan elkaar geschakelde lijnen achtergelaten, bestaande uit infrastructuur, waterstaatkundige werken, verkavelingstructuren en nederzettingspatronen. Deze structuren ontlenen hun waarde niet aan de zeldzaamheid van die elementen als zodanig. De waarde ligt eerder in de herkenbaarheid, de gaafheid en eventuele coherentie van het patroon als geheel en de samenhang met bebouwingspatronen en andere ruimtelijke karakteristieken. De lokale (zand)wegen in de nabijheid van het plangebied zijn aangeduid met een hoge en zeer hoge historisch geografische waarden en dienen derhalve gehandhaafd te blijven. In de nabijheid van het plangebied zijn verder historische geografische- of groenstructuren aanwezig. De waardevolle structuren worden behouden.