Plan: | Bestemmingsplan Hooghoefweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02010010-OW01 |
Voor de beschrijving van de huidige situatie is gebruikt gemaakt van de verschillende onderzoeken die voor de potentiële woningbouwlocatie ten noorden van de weg zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn het Actueel Hoogtebestand Nederland, de Bodemkaart van Nederland, Dino-loket en Wateratlas provincie Noord-Brabant geraadpleegd.
Uit de hoogtemeting voor het plan Groote Hoeven blijkt het hoogste punt van de bestaande Hooghoefweg ter hoogte van de kruising met het zuidelijk gelegen landweggetje te liggen. Dit weggetje is in figuur 3.4 aangegeven. Vanaf het hoogste punt (NAP +27,8 m) loopt de weg richting het westen en het oosten af.
Van de rest van het plangebied zijn geen hoogtes ingemeten. Daarom is het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) geraadpleegd (zie figuur 3.4). Aandachtspunt is dat de maaiveldhoogtes uit de AHN met circa 0,25 m kunnen afwijken.
Het hoogste punt en het verloop van het maaiveld uit het AHN lijken overeen te komen met de inmeting. Het hoogste punt ligt rond de NAP +27,8 m. Ter hoogte van de nieuwe westelijke rotonde ligt het maaiveld op circa NAP +27,1 m. Waar de nieuwe rondweg de bestaande Zandstraat gaat kruisen ligt het maaiveld rond de NAP +26,3 m. Het peil van de Zandstraat ligt op circa NAP +26,8 m. Het gebied tussen de Zandstraat en de aansluiting van de rondweg op de bestaande oostelijke rotonde ligt op een hoogte van circa NAP +26,0 tot +26,4 m.
Figuur 3.4: Hoogteverloop (bron: AHN viewer)
De regionale geohydrologie wordt gekenmerkt door eolische afzettingen uit het Laat-Pleistoceen, behorend tot de Formatie van Boxtel. Onder dit dekzand komt de Formatie van Sterksel voor (Rijnafzettingen uit het Midden-Pleistoceen). Daaronder is de Formatie van Stramproy afgezet, een eolische afzetting uit het Vroeg-Pleistoceen.
Bij een geohydrologische schematisatie worden watervoerende pakketten en slecht doorlatende (scheidende) lagen onderscheiden. In een watervoerend pakket treedt overwegend horizontale grondwaterstroming op, terwijl in een scheidende laag voornamelijk verticale grondwaterstroming optreedt. Watervoerende pakketten worden beschreven met het doorlaatvermogen (kD-waarde in m2/dag), hetgeen het product is van de horizontale doorlaatfactor (in m/dag) en de verzadigde dikte van het pakket (in m). De scheidende lagen worden beschreven met een hydraulische weerstand (c-waarde: in dagen), hetgeen het quotiënt is van de dikte (in m) en de verticale doorlaatfactor (in m/dag) van de laag. De geohydrologische basis is een slecht doorlatende laag, die vanwege de dikte en/of opbouw vrijwel ondoorlatend is.
In tabel 3.1 staat de geohydrologische schematisatie van het plangebied weergegeven. Deze schematisatie is afgeleid van boorbeschrijvingen uit REGIS (Dino-loket). De hydraulische parameters zijn opgevraagd uit REGIS.
Tabel 3.1 Geohydrologische schematisatie REGIS
Om de bodemopbouw vast te stellen is gebruik gemaakt van de Bodemkaart van Nederland (Alterra, 2000) en uitgevoerd bodemonderzoek (zie paragraaf 3.3.2.3). Ter plaatse van het totale plangebied komt een fijnzandige, lemige, hoge zwarte enkeerdgrond voor (zEZ23).
Voor het plan de Groote Hoeven is voor het verkrijgen van een meer gedetailleerd inzicht in de profielopbouw (dikte en samenstelling van de bodemlagen, waterdoorlatendheid, ontwateringsdiepte) een geotechnisch bodemonderzoek uitgevoerd. Een deel van het plangebied van de rondweg Hooghoefweg is binnen het bodemonderzoek meegenomen. De westzijde van het gebied en het gebied ten oosten van de Zandstraat zijn niet meegenomen in het onderzoek.
In totaal zijn ten tijde van het veldonderzoek 57 boringen geplaatst, waarvan er circa 25 binnen het plangebied van de rondweg Hooghoefweg zijn gelegen:
De bij de boring vrijkomende grond is beoordeeld op bodemkundige eigenschappen zoals textuur (leem- en lutumgehalte en zandgrofheid), het humusgehalte, de consistentie en de doorlatendheid van de te onderscheiden bodemlagen. Tevens is aan de hand van hydromorfe profielkenmerken (roest- en reductieverschijnselen) een schatting van de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) en gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) gedaan.
Op basis van het veldwerk blijkt dat de bodemopbouw vrij homogeen is. In tabel 3.2 is de bodemopbouw weergegeven. Afgaand op de Bodemkaart van Nederland en REGIS (Dino-loket) lijkt deze homogene bodemopbouw zich door te zetten in de westzijde van het gebied en het gebied ten oosten van de Zandstraat.
Tabel 3.2: Bodemopbouw
Ten tijde van het terreinonderzoek Groote Hoeven zijn zeven infiltratiemetingen uitgevoerd, middels de omgekeerde boorgatmethode. Op basis van de metingen blijkt de waterdoorlatendheid van de bodem (0,3 en 1,9 m –mv) tussen de 2,4 en 15,8 meter/dag te liggen. Dit betreft volgens de classificatie volgens het Cultuurtechnisch Vademecum een goede tot zeer goede waterdoorlatendheid. Omdat de homogene bodemopbouw zich in het gehele plangebied lijkt door te zetten (zie paragraaf 3.3.2.1) is de goede tot zeer goede doorlatendheid hoogstwaarschijnlijk ook op het plangebied van toepassing.
Tijdens het veldwerk is de doorlatendheid van de verschillende bodemlagen geschat. De schattingen van de doorlatenheid van de bovenste laag variëren van 0,3 tot 0,9 meter/dag. De schattingen van de doorlatendheid van de tweede laag variëren tussen 0,2 en 2,0 meter/dag. Uit de infiltratiemetingen blijkt dat de gemeten doorlatendheid hoger is dan de in het bodemprofiel geschatte waarden.
Op basis van het isohypsenpatroon van 28 april 1995 (TNO, REGIS-I kartering) blijkt dat het grondwater richting het noorden stroomt. De stijghoogte ter plaatse van het plangebied was op de genoemde datum circa NAP +24,5 m.
Figuur 3.4: Gemeten grondwaterstanden TNO-peilbuis B51H0212
Op circa 300 m ten oosten van de bestaande rotonde in de Boerenkamplaan is een recent gemeten TNO peilbuis (B51H0212; Dino-loket) gelegen. De filter van deze peilbuis staat in het freatisch grondwater (filterdiepte van NAP +23,53 tot +23,03 m). Het maaiveld ter plaatse van het filter bedraagt NAP +27,1 m. In figuur 3.4 is het verloop van de grondwaterstand weergeven. De hoogste grondwaterstanden liggen rond de NAP +25,5 m (=1,6 m –mv).
Voor de gebruiksmogelijkheden van een gebied is de ontwateringsdiepte een belangrijke factor. Onder ontwateringsdiepte wordt de afstand tussen het grondoppervlak en hoogste grondwaterstand tussen de ontwateringsmiddelen verstaan.
Op basis van de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant blijkt dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) in het gebied ten westen van de Zandstraat grotendeels gelegen is op 140 tot 160 cm –mv. De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) is gelegen op meer dan 200 cm –mv. In het gebied ten oosten van de Zandstraat ligt de GHG op circa 40 tot 80 cm –mv en de GLG op circa 160 tot 180 cm –mv. In figuur 3.3 en 3.4 zijn de GHG en GLG weergegeven.
Figuur 3.5: Gemiddeld hoogste grondwaterstand in cm –mv (bron: Wateratlas provincie Noord-Brabant)
Figuur 3.6: Gemiddeld laagste grondwaterstand in cm –mv (bron: Wateratlas provincie Noord-Brabant)
Ten tijde van het veldonderzoek voor de mogelijke woningbouwlocatie zijn de GHG en GLG geschat, op basis van oxidatie- en reductieverschijnselen. In een groot aantal boringen is geen grondwater aangetroffen en zijn geen mogelijkheden om schattingen van de GHG en GLG te maken. Het blijkt dat het grondwater dieper is gelegen dan op basis van de gegevens uit de Wateratlas verwacht wordt. De GHG is geschat op waarden tussen de 1,9 en 2,9 m –mv en de GLG op waarden tussen de 3,5 en 3,9 m –mv.
Het plangebied valt voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer binnen het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Volgens opgaaf van het Waterschap bevinden zich in het plangebied geen watergangen (zie figuur 3.7). Ten zuiden van het plangebied is een droge schouwsloot gelegen (smr02-415).
Figuur 3.7: Watergangen (bron: waterschap Aa en Maas)
De consequenties en de te nemen maatregelen die uit bovenstaande paragrafen voortvloeien voor het watersysteem worden in paragraaf 4.2 en in de bijlage Waterparagraaf verder uitgewerkt.