Plan: | Bestemmingsplan Hooghoefweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02010010-OW01 |
Kader
Conform de Wet geluidhinder dient te worden getoetst in het tiende jaar na realisatie van de plannen. In deze situatie is het jaar 2021 als toetsjaar gekozen. In principe dient bij de toetsing van de geluidsbelasting aan de normen van de wet uitgegaan te worden van de voorkeursgrenswaarde, in dit geval 48 dB (Lden). Indien deze grenswaarde niet wordt overschreden, is geen verdere geluidprocedure noodzakelijk.
In de Wet geluidhinder wordt onderscheid gemaakt tussen nieuwe en bestaande situaties. Het onderhavige onderzoek heeft betrekking op een aan te passen weg en op het regime 'nieuwe situaties', namelijk de aanleg van een nieuwe weg bij bestaande woningen.
Onderzoeksopzet
Conform de Wet geluidhinder is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Grontmij Nederland B.V., Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Hooghoefweg, d.d. 7 februari 2011, nr 244970). De realisatie van de Hooghoefweg heeft ook consequenties voor de Loovebaan en de Kerkendijk. Er wordt een rotonde op de kruising van de Hooghoefweg, Loovebaan en Kerkendijk gerealiseerd. Deze verkeerskundige aanpassing wordt echter niet aangemerkt als reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder.
Bij een drietal bestaande woningen (met de adressen Zandstraat 32, Zandstraat 31 en de Schans 2) wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden ten gevolge van verkeer over de te realiseren Hooghoefweg. De maximale ontheffingswaarde van 53 dB wordt bij geen van de woningen overschreden. De woning aan de Zandstraat 32 is door de gemeente verworven en zal worden afgebroken. In verband hiermee wordt deze woning verder buiten beschouwing gelaten. Voor de andere twee woningen zijn eventuele maatregelen onderzocht.
Om de weg te kunnen realiseren bestaan een aantal opties:
Bij een hogere waarden van meer dan 5 dB ten opzichte van de voorkeurswaarde is toetsing van de gevelwering vereist in verband met het maximale toelaatbare binnenniveau. Het hoogst toelaatbare binnenniveau in verblijfsgebieden van geluidsgevoelige bestemmingen mag niet meer bedragen dan 33 dB. In onderhavig geval wordt, gelet op de leeftijd van de woningen, aangenomen dat de isolatiewaarde van de gevels voldoende is. Toch worden hiernaar controlemetingen uitgevoerd. De uitkomst hiervan wordt betrokken bij het vaststellingsbesluit.
Conclusie
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat het plan de maximale ontheffingswaarden niet overschrijdt. Het plan voldoet aan wettelijke eisen indien de gemeente hogere grenswaarden vaststelt.