5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen in de vorm van woningen en bijzondere woonvoorzieningen en daarbij behorende tuinen, erven, water e.d..
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
-
a. op de voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
-
b. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan tot een verticale diepte van maximaal 3,5 meter beneden peil;
-
c. op de voor 'Wonen-1' aangewezen gronden mag slechts worden gebouwd met inachtneming van het beleidsdocument 'Beeldkwaliteitsplan Lieropsedijk 28 - Lieropsedijk 47 - Donksedreef'.
5.2.2 Hoofdbebouwing/Hoofdgebouw
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden in aanvulling op 5.2.1 de volgende regels:
-
a. hoofdgebouwen dienen op of achter de gevellijn te worden gebouwd;
-
b. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan;
-
c. de afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen mogen niet minder bedragen dan 5 meter;
-
d. de goothoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 4 meter;
-
e. de nokhoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 10 meter;
-
f. hoofdgebouwen mogen een inhoud hebben van maximaal 900 m³;
-
g. de dakvorm dient een gelijkbenig zadeldak te zijn;
-
h. hoofdgebouwen dienen een rechthoekige of vierkante vorm te hebben;
-
i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 1' dient de voorgevel als dove gevel te worden uitgevoerd;
-
j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 2' dient de voorgevel als dove gevel te worden uitgevoerd alsmede het gedeelte van de noordelijk gerichte zijgevel dat hoger is dan 4,5 meter.
5.2.3 Bijgebouwen
Op de voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden mogen bijgebouwen in de vorm van aan- of uitbouwen van het hoofdgebouw of in de vorm van vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd. Aan- en bijgebouwen zijn tevens mogelijk binnen de aangegeven bouwvlakken. De bepalingen voor de hoofdbebouwing zijn tevens op de aan- en bijgebouwen van toepassing. Daarbij dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
-
a. bijgebouwen mogen worden gebouwd achter het hoofdgebouw op het desbetreffende bouwperceel, alsook naast en voor het hoofdgebouw mits achter de gevellijn en maximaal 5 meter voor de gevellijn;
-
b. het gezamenlijke grondoppervlak van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 150 m²;
-
c. de goothoogte van de bijgebouwen mag niet bedragen dan 3 meter;
-
d. de nokhoogte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 4 meter;
-
e. de gezamenlijk inhoud mag niet meer bedragen dan 525 m³ exclusief kelder;
-
f. dakterrassen zijn niet toegestaan.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte vóór de gevellijn niet meer mag bedragen dan 1 meter.;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dat 3 meter;
-
c. voor de bouw van onoverdekte zwembaden gelden de volgende voorwaarden:
-
1. de afstand van het zwembad tot de gevellijn, de zijdelingse perceelsgrens en tot de achtergevelrooilijn niet minder mag bedragen dan 8 meter;
-
2. de oppervlakte maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwperceel mag bedragen tot een maximum van 75 m2;
-
3. het zwembad uitsluitend achter en aan de zijkant van de woning is toegestaan;
-
4. de hoogte van een zwembad niet meer dan 3,5 meter mag bedragen;
-
5. geen onevenredige overlast voor naastgelegen bouwpercelen mag ontstaan;
-
6. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet mag worden aangetast;
-
7. geen nadelige uitstraling naar de aangrenzende openbare ruimte mag ontstaan.