6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen in de vorm van woningen en bijzondere woonvoorzieningen en daarbij behorende tuinen, erven, water e.d..
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
-
a. op de voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
-
b. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan tot een verticale diepte van maximaal 3,5 meter beneden peil;
-
c. op de voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden mag slechts worden gebouwd met inachtneming van het beleidsdocument 'Beeldkwaliteitsplan Lieropsedijk 28 - Lieropsedijk 47 - Donksedreef'.
6.2.2 Hoofdbebouwing/Hoofdgebouw
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden in aanvulling op 6.2.1 de volgende regels:
-
a. hoofdgebouwen dienen op of achter de gevellijn te worden gebouwd;
-
b. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan;
-
c. de afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen mogen niet minder bedragen dan 8 meter;
-
d. de goothoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
-
e. de nokhoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 9 meter;
-
f. hoofdgebouwen mogen een inhoud hebben van maximaal 750 m³;
-
g. de dakvorm dient een tweezijdige kap te zijn;
-
h. hoofdgebouwen dienen een rechthoekige of vierkante vorm te hebben.
6.2.3 Bijgebouwen
Op de voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden mogen bijgebouwen in de vorm van aan- of uitbouwen van het hoofdgebouw of in de vorm van vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd. Aan- en bijgebouwen zijn tevens mogelijk binnen de aangegeven bouwvlakken. De bepalingen voor de hoofdbebouwing zijn tevens op de aan- en bijgebouwen van toepassing. Daarbij dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
-
a. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd achter het hoofdgebouw op het desbetreffende bouwperceel, alsook naast het hoofdgebouw mits minimaal 5 meter achter de voorgevel;
-
b. het gezamenlijke grondoppervlak van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m²;
-
c. de goothoogte van de bijgebouwen mag niet bedragen dan 3 meter;
-
d. de nokhoogte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
-
e. de gezamenlijk inhoud mag niet meer bedragen dan 375 m³ exclusief kelder;
-
f. bijgebouwen met één hellend dakvlak (lessenaarsdak) zijn uitsluitend mogelijk bij een aanbouw tegen de zij- en/of achterkant van het hoofdgebouw (aankappingen);
-
g. dakterrassen zijn niet toegestaan.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte vóór de gevellijn niet meer mag bedragen dan 1 meter;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dat 3 meter;
-
c. voor de bouw van onoverdekte zwembaden gelden de volgende voorwaarden:
-
1. de afstand van het zwembad tot de gevellijn, de zijdelingse perceelsgrens en tot de achtergevelrooilijn niet minder mag bedragen dan 8 meter;
-
2. de oppervlakte maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwperceel mag bedragen tot een maximum van 75 m2;
-
3. het zwembad uitsluitend achter en aan de zijkant van de woning is toegestaan;
-
4. de hoogte van een zwembad niet meer dan 3,5 meter mag bedragen;
-
5. geen onevenredige overlast voor naastgelegen bouwpercelen mag ontstaan;
-
6. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet mag worden aangetast;
-
7. geen nadelige uitstraling naar de aangrenzende openbare ruimte mag ontstaan.